Taal: Woordkaarten CARNAVAL

Doel: de kinderen kunnen na de les de aangeleerde woorden die met carnaval te maken hebben, omschrijven en het plaatje wat erbij hoort, aanwijzen. De kinderen kunnen een foto/afbeelding wat te maken heeft met carnaval omschrijven.

Tijd: 20 minuten

Materiaal: woordkaarten waarop de carnavaleske afbeeldingen staan met daaronder het woord.

Taal: Ik heb – wie heeft CARNAVAL

Doel: De leerlingen breiden de woordenschat uit, vormen zinnen, luisteren naar elkaar, hebben focus op een gezamenlijk doel en de leerlingen moeten gedurende een langere tijd de aandacht vasthouden;

Tijd: 5 minuten (als het spel 1 keer wordt gespeeld)

Materiaal: Kaarten uitprinten en mogelijk lamineren.

Taal: Auditieve oefeningen ‘CARNAVAL’

Doel: De kinderen zijn taalgericht bezig en ontwikkelen hun zinsbouw (zinnen afmaken), klappen woorden, zijn aan het rijmen, benoemen begin- en middenletter en noemen (thema)woorden die met een bepaalde letter beginnen.

Tijd: 1 werktijd, liefst meer

Materiaal: De leerkracht dient het leerkrachtblad tevoren te downloaden en uit te printen. Dit blad is ter inspiratie en voorbereiding. Er zijn echter veel alternatieven te bedenken voor de aangeboden (voorbeeld)oefeningen.

Rekenen: De rekengoochelaar

Doel: Het ontwikkelen van het rekeninzicht en bepalen van (zichtbare en onzichtbare)hoeveelheden (=getalbegrip) zijn in deze het hoofddoel. Natuurlijk zijn de volgende rekendoelen ook belangrijk: logisch nadenken, ontdekken dat als de ene steek leeg is, er in de andere meer moeten zitten terwijl het totaal gelijk blijft, splitsen van getallen onder de 10, doortellen en het synchroon tellen van een zichtbare hoeveelheid.

Tijd: 1 werktijd

Materiaal: 2 papieren steken en een aantal knikkers.

Rekenen: Hoeveel Prinsen op de wagen?

Doel: De kinderen zijn aan het rekenen en zijn binnen dit vakgebied bezig met: schatten van het aantal Prinsen in de wagen, vergelijken: eerst waren er zoveel Prinsen, nu nog maar…, controleren en synchroon tellen.

Tijd: 1 werktijd

Materiaal: De leerkracht dient met een groot kleed en een aantal tafels en stoelen een tentachtig iets te bouwen dat door kan gaan als een Praalwagen. Een aantal zelfgemaakte, papieren steken.”

Carnaval in Ut Kielegat – 1. Beschrijving

Doel: Deze carnavalsles bestaat uit een PowerPointpresentatie die u in zijn geheel of in delen aan uw klas kan laten zien. De leerlingen weten na de les een heleboel over het carnaval in Breda (Ut Kielegat). Per dia kunt u de informatie voorlezen. (U kunt eventueel de tekst zelf een beetje aanpassen aan het niveau van uw groep.)

Tijd: Dit hangt af welke groep u heeft en hoe lang de tijdsspanne is van uw groep. U kunt deze les heel makkelijk in delen geven. De gehele les duurt maximaal 45 minuten.

Materiaal: PowerPointpresentatie, Geprinte handleiding/beschrijving van de PowerPointpresentatie.”