Doel: De kinderen leren alles over carnavalsmotto’s. Er wordt een stukje geschiedenis besproken, maar er wordt ook een beroep gedaan op de dialect-taal en zeer zeker op de taalcreativiteit en fantasie van de kinderen. Zo moeten ze een betekenis aan een motto koppelen, de betekenis zien te achterhalen cq. zelf verzinnen, maar dienen zelf ook een motto te bedenken. Natuurlijk dienen de kinderen daarbij alle creatieve (taal)vrijheid te krijgen om tot leuke uitingen te komen.
Tijd: 30 minuten.
Materiaal: De leerkracht dient het werkblad te downloaden en uit te printen voor alle kinderen, potlood. De les kan natuurlijk ook op het digibord gezet worden.
Doel: De kinderen leren alles over carnavalsmotto’s. Er wordt een stukje geschiedenis besproken, maar er wordt ook een beroep gedaan op de dialect-taal en zeer zeker op de taalcreativiteit en fantasie van de kinderen. Zo moeten ze een betekenis aan een motto koppelen, de betekenis zien te achterhalen cq. zelf verzinnen, maar dienen zelf ook een motto te bedenken. Natuurlijk dienen de kinderen daarbij alle creatieve (taal)vrijheid te krijgen om tot leuke uitingen te komen.
Tijd: 30 minuten.
Materiaal: De leerkracht dient het werkblad te downloaden en uit te printen voor alle kinderen, potlood. De les kan natuurlijk ook op het digibord gezet worden.
Doel: De leerlingen geven hun schriftelijke mening over het carnavalsfeest, zoeken fouten in een zin en verklaren een aantal feest-spreekwoorden. Ook kunnen zij voor- en/of achteraf bij deze les het memory-spel spelen dat bij deze les hoort. Dan zijn het trainen van het geheugen en de concentratie tevens doelstellingen van deze les.
Tijd: 30 min. waarvan 20 min voor de verwerking.
Materiaal: Alle leerlingen krijgen een kopie van de les-/verwerkingsblad. Digibord om het memoryspel (zie link) groot te projecteren en gezamenlijk te spelen.Spel:Klik hier. Het wachtwoord is “Scholenproject”
Verwerking bij de les “Alles over het bouwen van een grote of kleine carnavalswagen”
Doel: Aan de hand van een kringgesprek (met verhelderingsfilmpje) doen de kinderen creatieve ideeën op met betrekking tot een carnavalswagen. Tijdens dit kringgesprek vinden diverse talige vaardigheden plaats die de kinderen moeten oefenen en toepassen. Te denken valt aan zinsbouw, woordenschat, luisteren, aandacht voor een ander, vragen stellen ter verduidelijking, ideeën verwoorden e.d. Daarna gaan de kinderen in groepen van vier samen aan de slag om een carnavalswagen te bouwen. Bij de ontwerpfase wordt gebruik gemaakt van coöperatief leren namelijk volgens de Placematmethode. Deze staat op het leerkrachtblad uitgelegd. Daarna gaan de leerlingen in een constructieve samenwerking creatief aan de slag om, met het geboden materiaal, een kleurrijke, realistische carnavalswagen te bouwen. De wagens worden tentoongesteld.
Tijd: 90 minuten
Materiaal: De leerkracht dient het lesblad tevoren voor zichzelf goed door te nemen en alle materialen tevoren klaar te leggen. Materialen: divers kosteloos materiaal, grote vellen papier, kleurtjes, scharen, lijm, gekleurd papier en karton, kurken, stokjes, eventueel verf, ……
Doel: de leerlingen krijgen enige informatie mbt. het feit dat carnaval vooral in Zuid-Nederland gevierd wordt. Bovendien leren de kinderen van een aantal Brabantse plaatsen de namen tijdens carnaval. Enige kennis van topografie is een vereiste.
Tijd: 30 min. incl. verwerking.
Materiaal: alle leerlingen krijgen een kopie van de les met verwerking, potlood, atlas met kaart Noord-Brabant en Nederland.
Doel: De woordzoeker en het kruiswoordraadsel maken de leerlingen vertrouwd met woorden die in de lessen zijn behandeld.
Tijd: 15 à 20 minuten
Materiaal: Digibord, Prowise Presenter account
Link: https://presenter10.prowise.com/share/resource/REpDyZZJAmnprEf2CEbyZ3vv4q545WBVl2ijbI4l6raw6GyIUZG4cCyf44j8ZvdK
Werkblad. Zie vragen en antwoorden
Tekst. Zie vragen en antwoorden
Doel: Door middel van Close Reading krijgt de leerling inzicht wat er in de tekst gezegd wordt, hoe het gezegd wordt en wat de bedoeling van de zanger/schrijver daarmee is.
Tijd: 30- 45 minuten
Materiaal: Tekst ‘Hoemoes dá òk alweer?’ en werkblad met vragen.